Cao-afspraken over regelingen voor vervroegde uittreding (RVU)

Auteur(s): 
L. Coenen, A. Houtkoop, S. van der Schaaf, L. Junger en J. Prostran

Met de wet Bedrag ineens, RVU en verlofsparen is het voor werkgevers mogelijk om in de periode 2021 tot en met 2025 RVU’s uit te betalen zonder dat daarover de 52% RVU-heffing verschuldigd is, voor zover de RVU-uitkering het drempelbedrag niet overschrijdt en voor zover de uitkering wordt gedaan in de periode 3 jaar voorafgaand aan de AOW-leeftijd van de RVU-ontvanger.  

De tijdelijke versoepeling van de RVU-heffing heeft ten doel de werknemers die zijn overvallen door de versnelde verhoging van de AOW-leeftijd en die niet in staat zijn gezond de AOW-leeftijd te bereiken – bijvoorbeeld vanwege de zwaarte van het werk- de mogelijkheid te bieden vervroegd uit te treden.

Uit onderzoek naar de teksten van circa 300 akkoorden en 100 cao’s blijkt dat eind maart 2021 voor 17% van de werknemers die onder een cao vallen3 geldt dat in het cao-akkoord en/of de cao een voornemen of een regeling met betrekking tot vervroegd uittreden is opgenomen, zie figuur 1. Daarnaast geldt voor nog eens 10%, dat in het akkoord onderzoek of een verkenning van de mogelijkheid voor een afspraak naar een regeling vervroegd uittreden, is aangekondigd, zie figuur 1.45 De versoepeling van de RVU-heffing loopt tot en met 2025. Er is dus nog gelegenheid voor cao-partijen om afspraken te maken over een RVU. Uit een recente update van de cijfers blijkt dat eind juni 2021 voor 23% van de werknemers een voornemen of afspraak met betrekking tot vervroegd uittreden in de cao opgenomen en voor 12% van de werknemers een onderzoek of verkenning. 

Om een schatting te maken van het gebruik van de (beoogde) regelingen is middels een enquête aan cao-partijen gevraagd hoeveel mensen van de regeling gebruik kunnen maken (de doelgroep) en hoeveel mensen gebruik willen maken (verwacht gebruik). Uit de schattingen van cao-partijen blijkt dat tot op heden ongeveer 1.500 mensen gebruik maken van RVU, over heel 2021 wordt dit geschat op 2.500 mensen en over de gehele periode dat de RVU-heffing versoepeld is, maken naar schatting ruim 20.000 mensen gebruik van een RVU. Mogelijk loopt dit aantal nog op als er meer cao-partijen besluiten om een RVU te treffen. Op basis van de schattingen kan verder gesteld worden dat rond de 20% van de werknemers die gebruik kan maken van regeling dit ook wil doen. Kanttekening hierbij is dat cao-partijen het lastig vonden om de vragen over het gebruik te beantwoorden. Een groot deel van de partijen vulde onbekend in, waardoor aantallen en percentages met betrekking tot het gebruik van RVU bepaald zijn met behulp van extrapolatie. De genoemde aantallen en percentages zijn daarmee onzeker en vooral indicatief.

Details
Verschenen als: 
Publiek rapport
Publicatiemaand: 
juli, 2021
Download: