De EU heeft na de crisis in snel tempo nieuwe instrumenten ingevoerd om het economisch beleid van lidstaten sterker te sturen. Denk aan de invoering van het 'six-pack' voor economische coordinatie en het 'two-pack' voor budgettaire sturing.
Dit artikel beantwoordt allereerst de vraag wat de invoering van sterkere economische coordinatie betekent voor nationaal arbeidsmarkt- en sociaal beleid.
Ten tweede, analyseert het of dit al dan niet een bedreiging vormt voor de sociale dimensie van de EU. Dit gebeurt aan de hand van een nadere analyse van Nederland en Duitsland in 2011 en 2012.
De conclusie is dat er steeds meer sociale thema's meegewogen worden in de economische coordinatiecycli. Op die manier staan thema's als loonkosten, werkloosheid, pensioenen en zorgkosten, ook bloot aan sterkere coordinatie en kunnen lidstaten in theorie uiteindelijk een sanctie krijgen bij voortdurend onvoldoende medewerking. Dit betekent echter niet dat economische sturing op sociale thema's per definitie de sociale dimensie van de EU ondermijnt.
Zo is de Europese Commissie bezorgd om de grote implementatierisico's van de Nederlandse Wet Werken naar Vermogen (nu Particpatiewet) en is het er niet van overtuigd dat de invoering van deze wet, die gepaard gaat met forse bezuinigingen, de positie van kwetsbare groepen op de arbeidsmarkt verbetert.
Aan Duitsland doen de Commissie en de Raad de aanbeveling om de lonen te laten stijgen, omdat werknemers onvoldoende profiteren van de groei van de arbeidsproductiviteit.